
Een hart van steen
Renate Dorrestein
Een hart van steen
Twaalfde druk uitgegeven door Pandora, Amsterdam, 2001
Het boek heeft 238 bladzijden en bestaat uit twee delen. De delen zijn onderverdeeld in meerdere hoofdstukken genoemd naar een onderschrift van een foto uit het fotoalbum van Frits van Bemmel.
Samenvatting
'Een hart van steen' kent drie verhaallijnen: de gebeurtenissen voor het gezinsdrama, na het drama en de gebeurtenissen in het heden. Deze lopen door elkaar. Hieronder wordt het verhaal in chronologische volgorde samengevat.
De ouders van Ellen, Frits en Margje, hebben altijd al veel kinderen gewild. Billie (Sybille) is de oudste dochter, daarna volgt zoon Kes (Kester), dochter Ellen, zoontje Carlos (Michiel) en er is een baby op komst die Ellen de naam Ida wil geven omdat dat de lelijkste naam is die ze kan bedenken. Ze is duidelijk niet blij met de komst van het vierde kind. Frits en Margje hebben samen een knipselbureau.
Na de geboorte van Ida gaat Margje zich steeds vreemder gedragen. Als Ida bijvoorbeeld voor een maagvernauwing naar het ziekenhuis moet, denkt ze dat de mensen daar haar haar baby af willen pakken. En als Ida gedoopt wordt, loopt ze nog voor de plechtigheid begint terug naar huis. Later doopt ze het kind zelf. Margje verwondt de baby ook omdat ze de duivel uit haar wil drijven. Hoogtepunt van deze verwarring is het verdoven en doden van haar man en kinderen. Ze vergeet Ellen, die de hond aan het uitlaten was, en Ellen kan nog net Carlos redden.
Ellen en Carlos gaan naar een tehuis en Carlos wordt als snel geadopteerd. Ellen wil dit niet en slaat met Carlos op de vlucht. Ze loopt 's nachts naar het huis van haar rector om te vragen of hij voor hem wil zorgen. Dat kan niet en Carlos wordt wel geadopteerd. Na een bezoek hebben Ellen en hij geen contact meer en als Ellen zelf weggaat uit het kindertehuis, krijgt ze een fotoboek van haar gezin mee. Ze gaat medicijnen studeren en pas tijdens een college over postnatale depressie, begrijpt ze wat er met haar moeder aan de hand was. Er ontstaat echter meteen een nieuwe vraag: waarom heeft haar vader haar niet tegengehouden?
Jaren later koopt Ellen het huis waar het gezinsdrama plaatsvond, terug. Ze is gescheiden van haar man en waarschijnlijk zwanger van een avontuurtje. Ze opent eindelijk het fotoboek en verdiept zich in het verleden. Ze ontmoet ook de vroegere portier van het knipselbureau, Bas, die haar met de tuin helpt en met wie ze veel praat. Dan krijgt ze na het werken in de tuin een bloeding en moet ze in bed blijven. De dokter regelt dat er een vrouw met haar kinderen bij haar komt wonen, die door haar man werd mishandeld en bedreigd, een verblijfplaats nodig heeft en nu mooi voor Ellen kan zorgen.
Op een gegeven moment vindt Bas een memo van haar vader, geschreven op de dag van de moorden, waaruit blijkt dat hij met zijn vrouw op vakantie naar Florida wilde. Als je dat soort plannen maakt, heb je niet ook plannen voor een moord dus haar vader wist nergens van. Ellen kan zich inleven in haar moeder en begrijpt dat ze haar slechts vergeten is. Ze kan zich verzoenen met het verleden, verkoopt het huis en met Bas praat ze over een nieuwe naam voor het kind.
////
De hoofdpersoon van dit verhaal is de 37-jarige Ellen van Bemmel. Ze heeft een tijdje verlof genomen en het voormalig ouderlijke huis gekocht, een villa in een buitenwijk van Haarlem.
Ellen is zwanger van een wildvreemde man. Na haar scheiding van Thijs Kamerling, meer dan een jaar geleden, is ze nu bewust alleenstaand. Vanwege een dreigende miskraam moet ze een aantal maanden bedrust houden. Gedurende die tijd krijgt ze hulp van Lucia, die met haar drie dochtertjes tijdelijk bij haar in huis in komt wonen, op advies van arts Jan Bramaan.
Aan de hand van foto’s kijkt de verbitterde en getraumatiseerde Ellen terug op haar leven en dat van haar familieleden, waarin zich vijfentwintig jaar geleden een verschrikkelijk drama heeft afgespeeld. Haar ouders, Frits van Bemmel en Margje de Groot, vermoordden toen drie van hun vijf kinderen en sloegen vervolgens de hand aan zichzelf. Door een gelukkig toeval zijn Ellen en haar jongste broertje Michiel (ook wel Carlos genoemd) aan dat gruwelijke lot ontsnapt.
Ellen wordt gekweld door de vraag waarom zij is blijven leven en hoe haar ouders tot hun daad gekomen zijn. Bladerend in het fotoalbum reconstrueert ze het verleden en de toedracht rond de moord.
Toen Ellen zo’n twaalf jaar oud was vormden de Van Bemmels nog een gelukkig gezin, met vier kinderen: de vijftienjarige Sybille (Billie), de iets jongere Kester (Kes), de driejarige kleuter Carlos ( Michiel) en Ellen. Er was een vijfde kind op komst, tot groot ongenoegen van de vier kinderen.
Op Ellens twaalfde verjaardag sloeg het noodlot toe. Carlos kreeg een ketel kokend water over zich heen en verbrandde zijn keel, borst en linkerarm. Toen hij eindelijk uit het ziekenhuis kwam, was hij in Ellens ogen een volkomen ander kind geworden.
Het vijfde kind werd Ida genoemd, een naam die door Ellen bedacht was en haar afkeer van het kind uitdrukte. Ida was een spuug- en huilbaby, die iedereen de stuipen op het lijf joeg met haar gekrijs. Ze bleek een maagvernauwing te hebben.
Toen ze in het ziekenhuis opgenomen werd, begon de moeder zich vreemd te gedragen. De eens zo hechte relatie tussen Frits en Margje begon te verslechteren, evenals die tussen hen en de kinderen. Margje verscheen niet meer op kantoor; de hele dag was ze bezig met Ida, in wie volgens haar de duivel schuilde. Ze nam zich voor die uit te drijven door haar dochtertje weer sterk en gezond te maken. Verder besloot ze om nooit meer seks te hebben met Frits.
Margje bleek de baby op allerlei manieren te mishandelen. Niemand had iets in de gaten gehad, behalve Ellen.
Margje liet de kinderen bidden, om te vragen het kwaad uit hun kleine zusje te drijven.
Ida (later Sophie genoemd) moest een beenmergpunctie ondergaan en de artsen hadden geen verklaring voor de botbreuken, inwendige kneuzingen, vurige huiduitslag en diarree.
Rond Pasen deed Margje plotseling weer normaal en begon de baby te blaken van gezondheid. Het vroegere gelukkige gezinsleven leek teruggekeerd te zijn, maar toen de sfeer weer na een paar dagen omsloeg, werd Margje treurig en maakte ze opmerkingen als: ‘Het is zover’ en ‘We zullen ervoor zorgen dat jullie niet leiden’. Samen met Ellen maakte ze voor iedereen een schoteltje met ‘vitaminepillen’ klaar (slaaptabletten en valium die ze had opgespaard).
Die avond, 6 april 1973, was Ellen tijdens het toetje opgestaan om haar hond Orson uit te laten. Toen ze na ruim en uur terugkwam, trof ze in de keuken de levenloze Billie en Kester aan, met dichtgebonden plastic zakken over hun hoofd. Haar ouders bevonden zich op de bank in de serre; Ida lag in een vuilniszak op het aanrecht. Ze hoorde Michiel onder de tafel in zijn plastic zak hoesten en sleepte hem naar de kelder.
Na de moordpartij kwamen Ellen en Michiel in internaat De Eenhoorn terecht. De aanpak van Sjaak en Marti, hun begeleiders, had weinig effect en werkte vaak averechts op de getraumatiseerde kinderen. Michiel werd al snel geadopteerd door de heer en mevrouw Kamphuis uit Beverwijk, tot woede en verbijstering van Ellen, die zijn vertrek nog had proberen te belemmeren door er op kerstavond met hem vandoor te gaan. Hun barre tocht eindigde toen bij de sympathieke rector van Ellens school, maar die kon Michiel niet in huis nemen.
Steeds vaker begonnen Billie en Kester door Ellens hoofd te spoken en haar van alles te verwijten. Na een verplicht bezoek aan het kerkhof raakte Ellen ervan overtuigd dat ook zij onder de hartvormige grafsteen had moeten liggen. Ze nam zich voor haar ouders te laten zien dat zij haar leven waard was.
Slechts één keer ging ze bij Michiel en zijn adoptieouders op bezoek, toen hij vijf werd. Na bijna een jaar bleken ze van elkaar vervreemd te zijn.
Ellen bleef tot haar achttiende in het internaat en ging toen op kamers wonen. Ze riep de hulp in van verschillende psychiaters om de gebeurtenissen uit het verleden te verwerken, maar zonder veel succes. Ze had voortdurend migraine, schuimde ’s nachts de cafés af en stortte zich ‘als een vod in ieder paar armen’ dat ze tegenkwam.
Halverwege haar studie medicijnen hoorde ze tijdens een college gynaecologie voor het eerst iets over de postnatale depressie en kraamvrouwenpsychose. Toen ging haar een licht op: als haar moeders toestand na de geboorte van Ida tijdig was herkend en haar simpelweg de juiste medicijnen (progesteron) had voorgeschreven, had er nooit een tragedie hoeven plaatsvinden! Dit inzicht werkte als een bevrijding: niemand had iets fout gedaan. Maar, waarom had haar vader geen vinger uitgestoken?
Na het laatste bezoek aan de psychiater (Marco) ontmoette ze Thijs en besloot ze patholoog-anatoom te worden, de kant van de doden te kiezen. Ze trouwde met Thijs, maar zette na dertien jaar een punt achter het huwelijk.
In de kelder is amper iets veranderd sinds de nacht dat Ellen zich daar samen met Michiel in doodsangst verstopte. Als Ellen de stap durft te wagen om na lange tijd naar dit plekje te gaan, begint ze de ware toedracht rond het familiedrama te begrijpen. Ze schaamt ze zich voor haar woede en haat tegenover haar ouders. Ze begrijpt nu ook waarom zij in leven bleef: haar moeder was haar gewoon vergeten, had haar domweg over het hoofd gezien.
Opbouw en compositie
De roman is verdeeld in twee delen, die weer verder zijn opgedeeld in hoofdstukken met titels. Iedere titel verwijst naar het onderschrift bij een foto in het fotoboek, waar Ellen doorheen bladert als ze in bed moet blijven vanwege haar zwangerschap. Het verhaal wordt afgesloten met een epiloog waarin Ellen het huis te koop zet en een nieuwe naam kiest voor haar kind.
Tijdsverloop
Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. Ook komt er een zeer grote tijdsverdichting in het boek voor van zo'n vijfentwintig jaar. Het verhaal speelt zich in twee delen van tijd af. In 1998, Ellen is dan zwanger en heeft haar ouderlijk huis gekocht om daar herinneringen op te halen. Die tijd duurt ongeveer zeven maanden. De herinneringen, het tweede deel van het verhaal, duurt ongeveer even lang. Het begint eigenlijk net voor de geboorte van het vijfde kind, Ida. Het eindigt op 6 april 1973, de dag dat het familiedrama plaatsvindt. Ook wordt er vertelt hoe het leven van Ellen eruit heeft gezien na het drama.
Ruimte
Eigenlijk speelt heel het verhaal zich af in het ouderlijk huis van Ellen en haar familie. Daar spelen de meeste flashbacks zich af en daar bevindt Ellen zich ook als ze zwanger is. Verschillende kamers hebben een betekenis. De kelder heeft een slechte herinnering, daar heeft Ellen zich verstopt met haar jongste broertje op de fatale dag. De kamers waar de studenten werkten en alle kamers waar archiefkasten stonden, zijn de werkkamers, het “Amerikaanse gedeelte” van het huis. De keuken was heel gezellig en het souterrain was meer van de ouders en dan vooral van moeder.
Wijze van vertellen
Het verhaal wordt verteld in de Ik-persoon. Het wordt bekeken vanuit de ogen van Ellen. Enkele delen worden ook bekeken vanuit de ogen van Frits en Margje. Kleine delen worden vertelt door de alwetende verteller.
Thema
Ouder-kindrelatie
Centraal in deze roman staat de ontwikkeling die Ellen doormaakt met betrekking tot de gevoelens over haar moeder en vader. Haar moeder heeft haar gezin vermoord en Ellen is de dans samen met haar broertje ontsprongen. Om hiermee om te kunnen gaan sluit ze zich af voor het verleden en herinnert ze zich niets meer. Dat is niet zonder consequenties: onbewust zoekt ze de dood en de eenzaamheid op. Tijdens haar studie ontdekt ze wat er met haar moeder aan de hand is maar dat leidt nog niet tot begrip, ook vraagt ze zich dan af waarom haar vader niets gedaan heeft. Pas als ze zelf een kind verwacht, verplicht moet rusten en zich met een fotoboek bewust op het verleden richt, creëert ze begrip voor haar moeder en komt ze erachter dat haar vader van niets wist. Ze kan haar verleden accepteren, zich verzoenen met haar ouders en zelf moeder worden.
Een familiedrama in je jeugd kan je je hele leven blijven achtervolgen
Doordat Ellen dit heeft meegemaakt zal het heel moeilijk voor haar zijn om verder te kunnen leven, ze kan het verleden eigenlijk niet of heel moeilijk laten rusten. Je kan dus gerust spreken van een trauma. Maar het boek heeft ook een ander thema, postnatale depressie. Margje kreeg een postnatale depressie waardoor het allemaal is gebeurd. Dit is de oorzaak van alles.
Motieven
Postnatale psychose
Postnatale psychose waar Margje aan lijdt, is er één van. Door die psychose is het leven van dit gezin geëindigd in de dood.
Familiedrama
Het familiedrama zelf is een motief. Steeds wordt er naar verwezen en stukje bij beetje begrijp je wat er precies gebeurd is. Ellen moet uit haar levenscrisis komen, gedurende het verhaal komt ze in het reine met haar verleden.
Eenzaamheid
Ellen groeit op zonder ouders, broers en zussen. Haar ouders, oudere broer en zussen overlijden en haar broertje wordt geadopteerd en ziet ze niet meer. Omdat ze zich afsluit van het verleden en haar gevoelens, verkilt haar hart en kan ze moeilijk meevoelen met andere mensen. Ze is gescheiden en als Lucia en haar kinderen bij haar wonen, mag er vanwege haar veiligheid ook niemand langskomen en raakt ze nog geïsoleerder. Behalve Bas heeft ze eigenlijk niemand die haar helpt.
Dood
Ellen sluit het verleden af en herinnert zich niets meer van de dood van haar ouders, broer en zus maar toch speelt de dood een belangrijke rol in haar leven. Zo voert ze in haar hoofd gesprekken met de dode Billie en Kester, die haar adviseren, wordt ze patholoog-anatoom en koopt ze het huis waar het drama plaatsvond. Ze noemt zichzelf soms Sybille, naar haar dode zus, en ze wil haar ongeboren dochter Ida-Sophie noemen, naar haar dode zusje.
Naamgeving
Naamgeving is een belangrijk motief. Ellen gaf haar zusje de naam Ida omdat ze haar zusje niet mocht en om zo haar kwaad uit te spreken. Later wordt Ida’s naam verandert in Sophie om het toch weer goed te maken. Ook Frits is bezig met naamgeving, hij geeft alle artikelen een naam en zet boven alle foto’s in het gezinsfotoboek een titel. Ook belangrijk is het overwinnen van het doemdenken, Ellen heeft een hele sterke noodlotsgedachte. Ze gelooft sterk in het noodlot en in toeval. Ook bij haar moeder is dat het geval, op haar moeder zijn vooral de begrippen vloek, duivel, kwaad en godsdienst waanzin van toepassing.
Personages
Ellen van Bemmel
Ellen (heden 37 jaar, verleden 12 jaar) neemt in het gezin geen speciale positie in. Billie is de oudste, Kes de eerste zoon en Carlos de jongste, zij is niets. Haar vader zegt dat het derde kind het cement is en daar houdt ze zich aan vast. Als het gezin na het drama uiteen valt, faalt ze daarin volledig en daarover voelt ze zich erg schuldig. Dat schuldgevoel komt bij de schuld die ze al voelde over de lelijke naam die ze voor de baby gekozen had en de gevolgen die dat had. Ellen hecht namelijk veel waarde aan het geven en krijgen van de juiste naam: een naam die bij je past en iets zegt over wie jij bent. ‘En hoe hadden mijn ouders me dan in ’s hemelsnaam ooit moeten herkennen als iemand die Ellen heette? Ook mijn broers en zusjes zouden onder andere, valse namen zijn opgedoken, waardoor we allemaal in het duister hadden getast omtrent elkaars ware identiteit.’ ( p. 40) Ze probeert zichzelf als lid van het gezin zonder duidelijke positie, de tweedehands hond en haar gehavende broertje gerust te stellen met de woorden: 'Je bent goed zoals je bent.' Na het drama sluit ze zich in het tehuis af voor het verleden, zelfs zodanig dat ze zich niets meer herinnert. Ze probeert erg haar best te doen en niemand teleur te stellen. Doordat haar hersenen hier zo hard mee bezig zijn, heeft ze geen ruimte voor andere dingen en gaat het slechter op school. Ze gaat medicijnen studeren en wordt patholoog-anatoom. Ze sluit zich niet alleen af van het verleden maar ook van mensen waardoor ze eenzaam is.
Kester
Kester is Ellens oudere broer (13 of 14 jaar). Omdat hij al snel in het verhaal sterft, kom je weinig te weten over zijn karakter. Hij heeft last van puistjes, heeft een rekenprobleem maar is goed met zijn handen. Hij lijkt een gevoelige jongen die lief is voor Ellen.
Billie
Billie is Ellens oudere zus (15 jaar), voor haar karakter geldt hetzelfde als voor Kester. Ze gaat naar de mulo, is mooi, zoent al met jongens en heeft twee vriendjes. Ze lijkt een nuchter meisje dat van kan aanpakken.
Frits van Bemmel
Frits is Ellens vader. Ellen wil graag dat hij in het Chinees 'Flits' heet omdat ze 'Frits' zo suf vindt. Vroeger was hij arm. Hij is timide, houdt altijd zijn hoofd koel, heeft gevoel voor continuïteit, verstaat de kunst van het compromis en heeft ambities. Frits en Margje kunnen niet van elkaar af blijven en daarom zijn er zo veel kinderen.
Margje de Groot
Margje is de moeder van Ellen. Ze is een hele goede en lieve moeder. Ze houdt veel van haar man en kinderen. Ze werkt ook heel hard. Ze is een lieve vrouw, totdat haar jongste dochtertje geboren wordt. Achteraf blijkt ze een postnatale depressie te hebben gehad. Ze denkt dat in haar baby de duivel schuilt, ze wil hem eruit halen. Ze brengt god een heleboel offers. Ze zorgt dag en nacht voor haar baby. Ze gaat niet meer werken. Ze slaapt niet meer met haar man, omdat ze denkt dat dan alles weer goed komt. Ze mishandelt haar baby heel erg. Haar andere kinderen en man worden verwaarloosd. Uiteindelijk draait ze zo door dat ze haar gezin doodt, daarbij ziet ze Ellen over het hoofd.
Titel
De titel “Een hart van steen” slaat op de vorm van de grafsteen waaronder Margje, Frits, Billie, Kester en Ida begraven liggen. Dit grafsteen is hartvormig. De moeder van Ellen had eigenlijk ook een stenen hart omdat ze haar gezin heeft gedood.
Motto
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
NEELTJE MARIA MIN
'Mijn moeder is mijn naam vergeten
Voor Ellen is het hebben van de juiste naam heel belangrijk. Haar broertje heet bijvoorbeeld Michiel maar ze noemen hem Carlos, naar prins Charles. Als haar moeder hem toch Michiel noemt, wordt ze woest. Ze is ook heel lang op zoek naar een goede naam voor de hond en zo zijn er nog meer voorbeelden. 'Eerst zien, dan benoemen. Niet andersom. Herkennen was het sleutelwoord', heeft ze van haar vader geleerd. Het motto slaat echter niet alleen op dit motief maar ook op het feit dat Ellen haar leven te danken heeft aan het feit dat haar moeder haar vergeten was. Niemand wil natuurlijk door zijn moeder vergeten worden maar niemand wil ook door haar vermoord worden.